Special Forces

Een nieuwe lichting bekende Vlamingen begint aan het grootste avontuur van hun leven. Met de 'shock and awe'-methode halen de Special Forces-instructeurs de rekruten meteen uit hun comfortzone. Vanop een vissersboot moeten ze namelijk allemaal in de oceaan springen, met als doel gezamenlijk de Zuid-Afrikaanse kust te bereiken.

Na de opdracht in de oceaan volgt een onverwachte uitdaging: de 'milling'. De rekruten moeten een zware drill ondergaan en vervolgens twee minuten boksen tegen een SF-instructeur. Het brengt heel wat emoties en agressie naar boven, maar één rekruut voelt zich op zijn gemak. Bij een krachtige waterval bekruipt hen opnieuw de angst voor water en moeten ze twintig meter omhoog klimmen langs een gladde rotswand.

Na amper 30 uur training en slechts een uurtje slaap staan de rekruten van de Special Forces alweer voor een loodzware uitdaging. In een hitte van meer dan 30 graden moeten ze zich als team bewijzen in de legendarische Devil Run. In deze opdracht lopen ze achter een legertruck van waaruit chef Blom allerlei voorwerpen dropt.

Niet alle rekruten springen even nauwkeurig om met hun materiaal. De groep moet dan ook boeten voor de nonchalance van een kandidaat. Na de hoogtevrees worden de deelnemers geconfronteerd met hun volgende angst: claustrofobie. In volledige duisternis moet iedere rekruut door een meterslange smalle pijp kruipen, terwijl ze onderweg ook GPS-coördinaten moeten onthouden.

Bij de rekruten beginnen de fysieke ongemakken zwaar door te wegen. Vermoeid beginnen ze aan de 'Lunch Dump'. Met een lege maag moeten de kandidaten met kaart en kompas eten voor elkaar zoeken. Als ze de verstopte proviand niet vinden, betekent dat voor sommige kandidaten geen eten, oftewel broodnodige energie die ze nodig hebben om de dag door te komen.

De opleiding is halfweg. Om de eindmissie te bereiken, moet er binnen het team wederzijds vertrouwen zijn. Daarom dwingen de instructeurs de rekruten om in het zogenaamde 'peer rapport' heel eerlijk te zijn over zichzelf en de anderen. In de 'Bear crawl' worden de kandidaten volledig uit hun comfortzone gehaald.

In de 'follow me'-opdracht moeten de rekruten tussen de instructeurs blijven lopen terwijl het tempo telkens wordt opgedreven. Chef Bram merkt op het basecamp spanning binnen de groep, wat de teamspirit en ook de komende schietproef negatief zou kunnen beïnvloeden.

Eén dag voor de eindmissie ervaren de rekruten misschien wel de zwaarste fase van hun opleiding: de RTI, ofwel Resistance To Interrogation. Vanop een afstand volgen de chefs hoe hun Zuid-Afrikaanse collega's de overgebleven rekruten urenlang ondervragen en hen voortdurend in pijnlijke houdingen laten staan, met als doel hen zo snel mogelijk te laten kraken.